18.7.06

Mijn opa, mijn opa, niemand zo aardig als hij ..


Dat lied van Leen Jongewaard past bijna bij een opa. Ik heb mijn opa Buggenum nooit gekend. Opa Roggel wel. Een rustige, brave man. Hij schold niet en was altijd vriendelijk. Een echt fijne Opa!Ik herinner me 2 dingen van hem.
.


Hij was eens op weg naar de markt in Weert. Met eieren en kippen, zo vertelde hij. De reis met paard en wagen verliep goed, via Heytse en Leivere naar Weert. De handel op de markt ging prima. Alles werd verkocht. In een cafeetje op de markt dronk hij nog een biertje en rustig begon hij aan de terugreis. Na een uurtje of 4 uur rijden, kwam hij weer in Roggel aan. Oma stond hem al op te wachten. Het was heel goed gegaan en hij had veel geld verdiend. Hij keek om. Achter op de kar was het zakje met geld verdwenen. Verloren!!Opa draaide de kar om en reed terug richting Weert. Op de Houtsberg in Nederweert aangekomen, zag hij het zakje naast de weg staan. Noe witse auch wie druk ut toen waas!, was zijn commentaar.

.
De beroerte.
In de late 50-er jaren was opa Roggel op de Walk op bezoek. Wij, Pap, mam, opa en ik zaten op het stuupke koffie te drinken. Er werd over de zaak gepraat en opa vertelde over vroeger. Plotseling voelde opa zich niet goed. Hij moest overgeven en wankelde op zijn benen. Pap besloot ome Piet te bellen, die had een auto en die kon hem wel naar huis brengen. Gebeld naar de Laak in Roggel. Geen gehoor. Wat te doen?Pak je fiets, zei Pap tegen mij, dan zet ik opa achterop en jij brengt hem naar Roggel. Een kwartiertje fietsen. Zo gezegd zo gedaan. Opa achterop met de armen op mijn middel. Goed recht blijven zitten, zei pap nog tegen zijn vader. Het ritje duurde bijna een half uur, omdat hij zich niet rechtop kon houden. Ik was blij dat ik hem kon afleveren bij Oma, maar - zonger tuup oppe sjoon- hij had onderweg de hele tijd zijn voeten over de weg gesleept.De dokter constateerde later een beroerte. Ik weet niet meer hoe het verder is afgelopen. Hij heeft, volgens mij, ook nog in Weert in het ziekenhuis gelegen.
..
Har

Watervotten.

In het midden van de jaren 50 mocht ik af en toe met ome Piet mee. Hij ging dan in Roggel en Heijtse de boerderijen af op zoek naar kippen. De meeste boeren hadden een gemengd bedrijfje. Het zag er erg armoedig uit.

Ome Piet handelde in kippen en die verkocht hij later, als ik me niet vergis in Maasniel, bij een poelier. Op zijn wagen stonden kippenkorven en hij had ook een eigen bascule met eigen gewichten bij zich. Voor mij was een ritje met ome Piet een avontuur. Hier hoorde ik ook , voor het eerst het woord watervot. Tijdens zijn gang door de kippenhokken zocht hij ook watervotten. Als ik hem vroeg: Wat zijn dat? antwoordde hij: Watervotten zijn watervotten, en hij kneep in het achterste van de kip. Zuuse det? Det is un watervot.Nieuwsgierig naar dat woord, tik ik in Google watervot in. Geen enkele treffer. Dan probeer ik waterkont en jawel hoor. Ik had 2 treffers. In een dialectisch woordenboek stond: Waterkont. die hen he'n watterkont.(die kip heeft een dik achterwerk.)De 2de treffer vermeldde het volgende: Jaan handelde in kippen. Een kip met een waterkont is een kip met een stevig achterwerk. Jaan had de gewoonte de kippen in het achterwerk te knijpen om te kijken of er misschien nog een ei in zat. Als Jaan kippen opkocht, keek ie of de kippen geen waterkont hadden, want dan waren ze verder niet verhandelbaar.Ome Piet werkte ongeveer op dezelfde manier. De watervotten waren niets waard, ze vraten alleen maar voer.Weet je wat, zei hij dan, ik geef je een gulden voor die 8 watervotten. Zo gezegd, zo gedaan. De watervotten kwamen in een aparte korf. De goede, gezonde kippen werden gewogen met de eigen bascule en zijn eigen gewichten. De kilo's werden afgerekend, plus 1 gulden voor de watervotten. Aan het eind van de dag ging alles naar de poelier. Ome Piet gaf me 2 kwartjes en ik durfde niet te vragen wat er met de watervotten gebeurde.

Har.

Herinneringen komen steeds meer boven.


Dat krijg je als je ouder wordt. Bij mij werkt dat ook zo en zie de dingen weer helemaal voor me. Om maar eens enkele te noemen. De vele vakanties die ik bij jullie heb doorgebracht. Je zus Ger en ik deelden haar eenpersoonsbed. We hadden altijd veel te vertellen. Van slapen kwam dan ook niet veel terecht. Ik hoorde ook de hele nacht de voorbijrijdende auto's aan de voorkant van het huis. Was dit niet gewend, ik kwam immers van een klein gehuchtje dat Heibloem heette. Je moeder die vaak een glaasje water naar boven bracht, als Geert ( toen nog Gerard) er om smeekte. De danslessen die Ger en ik van jou kregen. Dit gebeurde in de voorkamer op het tapijt. Terwijl jij gitaar speelde, leerde je ons de Engelse Wals, de Foxtrot, en de Tango. Wat hadden we een plezier. En dat jij kinderliedjes moest instuderen voor het examen van de Hoofdakte van de Kweekschool en dat je mam je daarbij tot diep in de nacht assisteerde. En dat je ik van jou altijd naar de mopsalon ging ipv naar de WC, want poepen heette bij ons thuis moppen. Weet je het nog? En dat ik menige keren met je mam en Ger met die bewuste auto waar jij het over hebt, het stoomgoed ging ophalen bij de klanten. Dat was voor mij heel bijzonder. En dat Ger en ik bij Meeuwis dagelijks sigaretten moesten halen voor je pap, zal ik ook nooit vergeten.
.
Riny

De moor moet gedekt worden!

Ome Piet kwam ieder najaar met unne raekel naar ons toe. Wij hadden ook konijnen en de zwarte moor moest gedekt worden. Hij had een goeie raekel. Hij haalde hem uit de vrachtwagen en zette hem in de konijnenkooi. Het was een mager scharminkel. Hij presteerde helemaal niks. Ondertussen kreeg hij van mam, dagelijks goed te eten (aerdgalle). Mam zei tegen Piet als hij op bezoek kwam: Neem dienen raekel maar weer mit noa hoes, det weurtj niks. Om een lang verhaal kort te maken; ome Piet kwam rond Kerstmis zijn vetgemest konijn weer ophalen. Je snapt 't wel!
.
Verdeel het konijn in de rug en de voor- en achterbouten. Bak de bouten aan in de helft van de boter. Voeg de bloem toe. Giet vervolgens het bier en de kalfsbouillon erop tot de bouten geheel onder het vocht staan. Voeg de sjalot, kruiderijen, peperkoek en kandijsuiker toe met een weinig peper en zout. Stoof gaar in ca. 2 uur. Bak de konijnenrug kort aan. Smeer de rug in met de appelstroop, zodat er een mooie -laque- ontstaat. Zet de rug in een oven van 110 graden om zachtjes rosee te laten worden (ca. 20 minuten). Smakelijk eten!!
.
Har

Op de markt is een gulden een daalder waard.

Maar gold dat ook voor ons Mam?
Mam zag op de markt een pracht van een theepot staan. Het was een juweeltje om te zien. Ze bekeek hem eerst van alle kanten en vroeg aan de marktkoopman wat deze toch moest kosten. Voor twee gulden en vijftig cent mag je hem mee nemen, zei deze. Nou dat liet ze zich dus geen twee keer zeggen en zei tegen de man: inpakken graag, ik wil hem hebben.

Dezelfde avond kreeg ze bezoek van een aantal dames die wel trek hadden in een kopje thee. Ha, dacht ze bij zichzelf, nu kan ik fijn mijn nieuwe theepot showen.
En even later was de thee gereed en wilde deze gaan inschenken. Maar tot haar grote verbazing lukte dat niet. Ze kreeg al een stil vermoeden. Zou er toch iets mis zijn met die pot? Was die daarom zo goedkoop?
Terwijl de dames druk aan het praten waren, maakte zij zich snel naar de keuken en bekeek die pot nog een keer heel goed. En jawel hoor, precies wat ze dacht: er zaten geen gaten aan de binnenkant van de tuit, dus het moet een miskoop zijn. Daar stond ze met haar goed gedrag, wel thee in de pot maar nog lang geen thee in het kopje.
Toch, gaf ze het nog niet op. Ze pakte een hamer en een spijker en probeerde heel voorzichtig tegen de voorgevormde gaten aan binnenkant van de tuit te tikken. Dit bleek geen goed idee, de tuit brak van de kan en -thee drinken- konden ze die avond vergeten.
Van armoede zijn ze toen maar op koffie overgegaan, maar hebben hier wel hartelijk om moeten lachen. Dit was het eerste maar tevens laatste bezoek van ons Mam aan de markt om een theepot te kopen.
.
Riny

Kind zijn af.


In het algemeen hoor je wel eens zeggen: als je ouders overleden zijn, ben je `kind zijn` af. Logisch gezien is dat ook zo. Zolang je nog een vader of moeder hebt, ook al behoor je tot de categorie volwassenen, je bent nog kind. Zodra zij er niet meer zijn, is dat helaas voorgoed voorbij. Een gewaarwording die pas tot je doordringt, als het zover is. En je beseft des te meer dat je dan tot de oudste generatie behoort.
.
Dit heb ik heel sterk ervaren, na het overlijden van mam. Toen besefte ik pas goed dat dit ook nu voor mij ging gelden. En naarmate ik ouder word, houdt me dat des te meer bezig.
.
Mijn gedachten gaan nu even uit naar mijn vader. Wie was mijn vader? Wie was onze pap? Een zeer bezorgde en gevoelige man, die veel van zijn vrouw en zijn kinderen hield. Bescheidenheid was een van zijn grootste kenmerken, niet op de voorgrond tredend; een man van weinig woorden; een harder werker; een grote liefhebber van de natuur; een die veel waarde hechtte aan contacten met zijn familie en vrienden.
.
Zijn leven was vervuld van liefde en inzet voor het gezin, zoals het gedrukt staat op zijn gedachtenisprentje. Ik zie het tafereel nog voor me op een allerdaagse winterse dag. Voordat pap 's morgens in alle vroegte de deur uit ging om met de brommer naar zijn werk te gaan, stond hij in de keuken, goed ingepakt tegen de kou (want buiten lag dik de sneeuw), zijn helm al op, zijn grote leren handschoenen vasthoudend in zijn linkerhand, want hij moest ieder van ons nog gedag zeggen en tevens een persoonlijk woordje toe spreken voor wie hij dat nodig achtte, uitspraken zoals: braaf zijn; goed naar mam luisteren; doe goed je best op school; let goed op jezelf etc. Ja, heel bezorgd was hij.
.
Pap was een harder werker en ondanks zijn tenger postuur toch heel sterk. Als ik vertel dat hij in 1 week tijd ons oude huis, zijn ouderlijk huis, waarin hij als kind had gewoond, tot aan de grond toe sloopte, dan zegt dat genoeg. Menig pakje shag vergezelde hem, dat had hij blijkbaar nodig. Ja, volgens mij was hij nog net geen kettingroker ofschoon deze gewenning later helemaal van de baan was. Hij verafschuwde het zelfs en kon maar niet begrijpen waarom iemand nog rookte. Hij kreeg te maken met kortademigheid; het bleek astmatische bronchitis te zijn. Met deze aandoening heeft hij leren leven, moest stoppen met werken.
.
Zijn dagelijkse bezigheden werden verruild tegen het onderhouden van de tuin rondom het huis. En vooral de toch al prachtige uitziende moestuin,die aan de doorgaande weg lag, kreeg nog meer zijn aandacht. Tegelijkertijd fungeerde hij als een soort navigator voor de toevallige voorbijganger die verdwaald was en graag de weg wilde weten, ergens in het Roggels land. Ja, zijn orientatie was goed, vooral de weggentjes en paden in en om het Leudalgebied kon hij dromen en was er ook alle dagen van de week te vinden. Je hoorde hem daar ook veel over vertellen: een natuurmens in hart en nieren, dat was hij.
.
Van -zelf-gaan auto rijden; het rijbewijs halen, daar wilde hij nooit iets van weten. Hij zei altijd: Ik heb genoeg gezien op de weg, toen ik als bijrijder naast mijn baas Bair Opbroek zat, in de grote vrachtwagen volgeladen met dikke boomstammen bestemd voor de mijn en door het drukke verkeer moesten rijden. Vaak deden zich situaties voor op de weg, waarvan ik 's avonds dacht: alweer geluk gehad.
.
Pap hield ook een dagboek bij, niet alleen over het weer, maar over alles wat hem op de weg van zijn leven tegenkwam. Tot op het moment dat hij geconfronteerd werd met een beroerte. Dat valt heel sterk op in zijn dagboek. De bladzijden bleven van toen af aan onbeschreven. Het invullen van zijn dagelijkse belevenissen hoorden tot het verleden. Op 16 november 1991 is hij van ons heengegaan. Mam hebben we gelukkig nog 12 jaar in ons midden mogen houden. Op 16 november 2003 is ook zij gestorven en betekende ook -kind zijn af- voor mij en voor mijn broers en zussen.
.
Riny

Naar de dokter


Ome Bair en Ome Piet zijn echte maatjes geweest en ook kwajongens. Mijn vader vertelde me het volgende; Het gebeurde rondom de jaren 1990. Regelmatig zijn ze samen op spreekuur bij de huisarts. In de wachtkamer liggen kussentjes. Ze zijn als laatste patienten aanwezig. Ome Bair vindt het kussentje een mooie muts en zet hem op zijn kop. Moet jij ook doen, zegt hij tegen ome Piet. Dan gaat de wachtkamerdeur open en ziet de huisarts twee oude mannetjes met ieder een kussen op de kop. De man wist niet wat hem overkwam. Bijna waren ze toen rechtstreeks naar -Venray- gebracht.
.
Anny.

Gemaskerd bal


Onze Pap die bij de Gemeente Roggel werkte, moest bij tijd en wijle ook op de zaterdagen of zondagen werken, namelijk aan de entree tijdens dansavonden. Zo was hij ook toevallig met de carnaval aan de beurt. Hij moest de entreekaartjes uitdelen en controleren.
.
Op die bewuste avond vond -het maskerbal- plaats. Iedereen kwam dan ook gemaskerd binnen, dus onherkenbaar en mochten zo de hele avond blijven rondlopen, dansen etc. Tot het moment dat de klok twaalf sloeg, dan was men verplicht het masker te af te doen.
.
Pap had zo dolgraag gehad, dat mam ook op die avond aanwezig zou zijn, maar zij zei dat ze niet van huis kon, omdat ze geen oppas had voor de kinderen. Dit bleek achteraf een smoes.
.
Wat had ze gedaan? Ze was bij buurvrouw Greet gaan vragen of zij misschien interesse had om mee te gaan naar dat bal. En ja hoor, die was er meteen voor te vinden en in een mum van tijd (snel een jurk van beddenlakens in elkaar gefabriceerd) op naar de balzaal.
.
Bij de entree aangekomen (onze Pap had natuurlijk helemaal niks in de gaten) vroegen ze schriftelijk om 2 entreekaartjes; want van spreken was geen sprake, anders zouden ze zich echter verraden, dus moesten ze mooi zwijgend en schrijvend de avond doorkomen. Het was wel geen gemakkelijke taak die ze zichzelf hadden opgelegd, maar je moest er iets voor over hebben. Voordat de klok van twaalven hadden ze zich weer uit de voeten gemaakt en ging ieder zijn eigen weg.
Diep in de nacht kwam pap thuis. Mam lag quasi te slapen en .... ze had stiekem lol.
.
's Morgens vertelde Pap ons, hoe gezellig het was geweest en hij het heel jammer had gevonden dat mam er weer niet bij was. Iedereen was er, behalve jij, zei hij tegen mam. Wij kinderen wisten van wanten maar wilden nog van Pap horen of hij soms ook gemaskerde mensen voor het eindtijdstip had zien weggaan.Ja, wist Pap te herinneren, er waren inderdaad 2 onbekende personen in witte gewaden, die er eerder tussenuit waren gegaan. Nou en toen kwam het er uit, wij riepen in koor: en det waas oos Mam met buurvrouw Greet . Pap wist neet wie d 'r ut haaj.
.
Het jaar erna stond het in het carnavalsblad.
.
Riny

Het leven van oos mam in vogelvlucht.

Oos mam was:- een mens die hield van plezier;- een mens die altijd voor een geintje te vangen was;- een mens die altijd moed had;- een mens die graag tussen de mensen stond;- een mens die er graag op uit ging.
.Ja, er op uit gaan zat er bij oos mam al heel vroeg in. Op 14-jarige leeftijd vloog ze het huis al uit. Waar naar toe? Naar Antwerpen om te gaan werken als kindermeisje (gouvernante op z 'n deftigst gezegd) bij ene familie Ruys. Later werd dat Brussel. Dat wilde heel wat zeggen in die tijd. Ze groeide op als een echt Franstalig madammeke. Ongeveer 5 jaar heeft dit stand mogen houden. Toen kwam er plotseling een einde aan. Wat was er gebeurd? Ze had zoals ze dat regelmatig deed, naar huis geschreven, maar daar was niets mis meer. Maar deze keer was het geen brief, maar gewoon een grappige ansichtkaart (tenminste dat vond zij) met de afbeelding van het bekende -Manneke Pies- van Brussel.
Nou, dat heeft ze geweten; dat viel niet in goede aarde. Holland in last!! Haar ouders werden zeer ongerust. -Oos dauchter waerdj dao sleeicht-op z 'n Nederweerts gezegd. Ze moest dan ook, zonder pardon, onmiddellijk naar huis komen. Ja, dat krijg je, als je vol streek zit. Er zat dus helaas niets anders op dan te gehoorzamen.Toch bleef ze niet bij de pakken neerzitten. Ze meldde zich meteen aan bij het arbeidsbureau en kwam gelijk aan weer de slag als serveerster in de stationrestauratie van Sittard.Oos mam is ook aan de man gekomen, nogal wiedes, anders zouden wij er niet zijn geweest.Hoe dat ontstaan is, heeft ze me ooit verteld. Ik zal het verklappen.Op een doordeweekse vrije middag, het was prachtig weer, schoot ze met de fiets, in haar zondagse kleren met een paar nieuwe schoenen aan, richting Roggel. Wat zocht ze daar? Daar was toevallig kermis. En wat doet een meisje van 20 lentes oud zoal op de kermis? Niet alleen vlaai eten! Nee, want meisjes van 20 gingen toen dansen, dus ook oos mam.

Onderweg naar de danszaal, het was nog een eindje lopen, begonnen die schoenen toch te duwen en te nijpen. Maar daar was ze op voorbereid, ze wist dat dat zo hoorde bij nieuwe schoenen. Al gauw had ze in de gaten, dat zij niet het alleen was, die nieuwe schoenen droeg Er waren er meer die ongemakkelijk liepen. Op een gegeven moment riep iemand van de andere kant van de weg: En aug pieen aan de veut? Jao, was het antwoord van mam, den kinne wae os de handj gaeve, riep die weer terug. Het is wel te raden, wie dat geroepen heeft en wie die handj zo graag wilde geven. Ja.de handj van oos pap. En het overslaan van de vonk, heeft toen niet zo heel lang op zich laten wachten.Samen hebben ze negen kinderen gekregen, 5 dochters en 4 zonen.Een groot gezin bracht veel zorg met zich mee. Maar ondanks die zorg, touwtjes aan elkaar knopen, elke cent 2 maal omdraaien voordat ze hem uitgaven, was het een onvergetelijke schone tijd, die zij zeker niet hebben willen missen.Om enkele dingen te noemen, de tijd dat we op de Heibloem woonde, het hing allemaal aan elkaar, een grote familie. Lief en leed deelden men samen, iedereen hielp iedereen, dat was vanzelfsprekend. Fijne herinneringen zijn er van overgebleven.Op woensdagmiddagen met alle buurkinderen en hun moeders (want vaders moesten het brood verdienen) gingen we in een grote karavaan naar het dichtstbijzijnde bos, dennenknoepe (zijn dennenappels) rapen. Compleet met bolderwagens en fietskarren, volgepropt met lege jutezakken waar de geraapte dennenappels op de terugweg in vervoerd moesten worden. De dennenappels gebruikte men in die tijd als aanmaakhout voor de kachel, want centrale verwarming, dat kenden de meeste huishoudens toen nog niet. En men had een behoorlijk voorraadje nodig om de winter door te komen. Ook de picknickmand met boterhammen en de aanlenglimonade werd niet vergeten; want waar gewerkt en gespeeld werd, moest ook gegeten en gedronken worden en dat smaakten!!. Naar Kirkelkesberg spelen in het zand en hartstikke zwart thuiskomen en dan de kuup in.. Als er kermis was stond de vlaai en koffie gereed voor iedereen die maar kwam aanwaaien En Sjang de kapper die zijn praktijk voor half Heibloem uitvoerde bij ons in de huiskamer en de kamervloer bedekte met de afgeknipte haren, dat was helemaal geen punt. De gezelligheid stond boven alles, hoe meer zielen, hoe meer vreugd.. Mia Verkennis ons onmisbare hulp, die menig waslijn heeft volgehangen en vaak moest bijspringen als ons mam voor de zoveelste keer met de ziekenauto werd weggebracht.. De dag dat de wassjromp plaats maakte voor een wasmachine met elektrische wring, was een hele vooruitgang.. In de vakantie een dagje met pap mee naar het bos, naar zijn vertrouwde werkplek en dan met de grote vrachtauto van Opbroek worden opgehaald. Je voelde de koning te rijk.. De deur stond bij ons altijd open; letterlijk en figuurlijk. De bakker, de slager, alles kwam achterom, via de achterkeuken binnen, welke 1 keer per week werd omgebouwd tot badkamer. Daar stond dan ein zinken kuup klaar, gevuld met warm gestookt water, waar wij toen allemaal om de beurt in moesten.Op de Kleine Laak is die gastvrijheid voortgezet. De band met de Heibloemse mensen bleef en de Roggelse sloten zich hierbij aan.Enkele namen uit die tijd waren: tante Mia van ome Wiel die op de maandagen samen met mam, de gezelligste wasdag hadden die je maar kon bedenken; ome Sjeng de onvergetelijke moppentapper; ome Piet die zij dagelijks sigaartje kwam roken, ome Wiel die pap kwam afhalen voor de geplande fietstocht van de dag; Andrees van Heur met zijn prachtige verhalen; Jan van Andrees met Kasje de hond; Juupke (Jos van Ome Piet) die even binnendoor over het paadje langs de heg bij ons kwam buurten. Allemaal mensen die een vaste plek hadden, bij ons aan de keukentafel. Ik kan er nog veel meer noemen, maar wat ik hiermee wil zeggen is: bij ons alles kon, niets was teveel.Niet lang na het overlijden van pap verhuisde mam naar Heythuysen. Ze kon toen in aanmerking komen voor een aanleunwoning en dat was een verstandige beslissing. Ook daar kwamen velen over de vloer. Maar ze was ook vaak buiten de deur te vinden, namelijk: in het zwembad, bij de gymclub, bij het zangkoor, bij Spiravie en het uitje met de Zonnebloem was voor haar altijd een groot feest. En dan de belbus die haar naar een van de kinderen bracht. Op 77 jarige leeftijd is ze nog aan een cursus Frans begonnen, samen met haar buurvrouw mevr. Bemmelmans (ook de toenmalige buurvrouw van de Heibloem). De kleinkinderen hoorden haar dan de les af. Er zou toen ook nog een vervolgcursus plaatsvinden, maar die kon helaas niet doorgaan. Er hadden zich namelijk maar twee gegadigden aangemeld: oos mam en haar buurvrouw.Ja, een bedrijvig mens dat was mam en ondanks haar handicap door de reuma, liet ze zich er niet onder krijgen en probeerde nog van het leven te maken wat er van te maken was.De tekst: Geneet van het laeve, stond op haar lijf geschreven en dat heeft ze waargemaakt.

Riny

Weet jij dat ik gewond ben geweest in de oorlog?


Dat vraag ik n.a.v. jouw foto's over de oorlog. Dit is gebeurd op 24 februari 1945. Tegelijkertijd hebben ze toen de toren van de St.Christoffel in Roermond opgeblazen.Wij woonden toen in Haelen langs de Rijksweg, de doorgaande weg naar Neer. Op het moment dat ik van achter het huis naar de voorkant ging om me te laten bewonderen (zegt mijn moeder, ik was net in bad geweest en had mooie krullen) aan de buren soldaten, die daar gelegerd waren, komt er een granaatscherf die mij aan de voorkant in de borst treft. Er is bloed en er is paniek. Er was meteen hulp en de eerste stop was op Aldenghoor in Haelen. Vandaaruit linea recta naar ziekenhuis Weert. Spoedoperatie. De scherf is dwars door mij heen gegaan en blijven steken in de rug. Daar wordt hij verwijderd. Een groot litteken achterlatend als herinnering. En ik ben een "wonderkind". Want de scherf had eigenlijk het hart moeten raken, maar dat was niet gebeurd. Er was geen infectie, de granaatscherf had meteen alles dichtgebrand, en ik genas voorspoedig. Jarenlang daarna heb ik angst gehad voor het geluid van vliegtuigen. Dit is verdwenen toen ik de link kon leggen naar dit gebeuren. Dit laatste weet ik me heel goed te herinneren, ik was doodsbang.Het gewond raken op zich weet ik niet meer te onderscheiden van -horen vertellen- en zelf ervaren.Op mijn 18e ben ik er pas achtergekomen dat ik een litteken in de long heb. En dat verklaarde weer, waarom ik altijd terug moest komen als er een longfoto was gemaakt vanwege tbc-schoolonderzoek. Dus dat vertel ik nu meteen om verwarring te voorkomen.Mijn broer Peter en ik zijn bezig geweest met zoeken naar de soldaten die mij de eerste hulp hebben gegeven. Maar dat is op niets uitgelopen. Het moet een zeer verwarrende tijd zijn geweest toentertijd.
Je hebt een knap nageslacht, opa.Ik heb de papieren ook binnen. Als jouw teller stopt, ga ik nog even door tot 25 september a.s.
.Dan nog iets anders.Tante Fien van Ome Piet wordt op donderdag 25 mei a.s. 90 jaar. Ik geloof dat zij op dit moment de enige is van de familie Kierkels en aangetrouwde, die deze leeftijd gehaald heeft.
Anny

Natuurlijk schuilt hier een verhaal achter.


Deze foto is namelijk gemaakt op de 1e familie Kierkelsdag 2004 die heeft plaatsgevonden ongeveer een jaar na de sterfdag van mam.Als je ouders weggevallen zijn, loop je al gauw de kans dat je elkaar minder gaat zien of zelfs ui het oog verliest. Om dit proberen te voorkomen, hebben wij de kinderen van Baer en Mia, een -familiedag- en hopelijk voor vele jaren, in het leven geroepen. De organisatie van de eerste familie Kierkelsdag lag in handen van: Annie, Lei en Hans.Zij zetten een pracht programma in elkaar dat er als volgt uitzag.Op 8 oktober 2004 werd de hele familie rond 11.00 uur verwacht bij Sjrake op de Kleine Laak. Een bus van Gielen zou er dan ook zijn om ons ergens heen te brengen. Iedereen had zich mooi aan de tijd gehouden behalve de bus van Gielen niet. Toen we allemaal binnen aan de koffie/thee zaten, want daar begint zo'n dag mee, werd ons op een gegeven moment door een van de organisators medegedeeld, dat we ons naar buiten moesten begeven omdat de bus gearriveerd was en konden instappen. Tot ieders grote verbazing was de bus een huifkar geworden, die door een tractor werd voortbewogen. De eerste grap was al geslaagd.Toen de hele meute was ingestapt kregen we het een en ander uitgelegd, maar hoe de dag er nou precies uit zou zien, bleef nog een verrassing. Men had overal aangedacht, een complete geluidsinstallatie met microfoon aan boord, drank en andere lekkernijen, het was er allemaal. De dagtrip kon beginnen, iedereen was er klaar voor. De weergoden hadden we ook mee, een stralende zon scheen door de plastieken raampjes naar binnen en dat maakte de dag nog extra vrolijker.De route ging via verharde en onverharde binnenwegen, die verschillen waren duidelijk merkbaar, maar we zaten ook niet in een bus. Binnen een kwartier bereikte we de eerste stop en landden we aan bij onze alom Kirkelkesberg (familie van os, zei Adje vroeger).De oudste, waaronder ook ik, kregen bij het zien van die berg, al een speciaal gevoel. Het deed je natuurlijk denken aan de tijd van toen. Het werd nog specialer toen we 1e opdracht moesten uitvoeren, nl. in 5 minuten tijd een zak vol denneknoepen rapen. Precies zoals we dat vroeger moesten doen. Een pracht gezicht, hoe ieder zijn best deed, jong en oud. De gevulde zakken die voorzien werden van naam, werden netjes opgeborgen onder elke zitplaats in de huifkar. Wat hier mee ging gebeuren, was voor latere zorg.Het was een zeer strak gepland programma, alles ging op tijd. In de tussentijd dat ieder druk aan het rapen was, toverde de organisatie een ware uitgebreide lunchtafel tevoorschijn, midden in de openlucht. Spek en eieren, kerboet, huidvleis, kruutje, zwartbroeed, teveel om op te noemen. het stond er allemaal op. Er ontbrak werkelijk niks aan.Na hier ongeveer 1 uur verpoost te hebben zijn we weer ingestapt en werden we via de boswegen naar het terrein van de Widdonck geleid. Hier mochten de kleintjes, maar ook de grootjes zich uitleven in de speeltuin en tevens de overgebleven boterhammen aan de geiten voeren die in de aangrenzende wei liepen. Van hieruit zijn we langs ons vroegere ouderlijk huis gereden wat aan de Isidoorstraat ligt midden in het centrum van Heibloem. De huifkar met de opvallende tekst trok veel bekijks en toevallig door mensen die wij van vroeger nog kenden. Zwaaien en nog eens zwaaien. De verhalen kwamen los, kijk hier eens en moet je daar eens zien enz. Prachtig! Och, wat fijn! Zo gingen wij tekeer. Ook voor onze kinderen was het leuk om te laten zien, hoe en waar wij toen woonden.Vervolgens zijn we binnendoor, al zingende, ieder op zijn beurt, door de microfoon, richting Roggel getoerd en bij een boerderij de Heidehoeve een ijsje gaan eten en konden we tevens ook even onze beentjes strekken. Want een huifkar is nog lang geen bus. De volgende stop, was bij De Leimskoel, een huisje van de Heemkundevereniging. Daar kregen we een rondleiding wat ook zeer de moeite waard was. Alles van vroeger en van heel vroeger was er te zien. Na deze bezichtiging gingen we richting Koppelstraat (ook daar hebben we eens gewoond in het -huisje van Nazareth-, zoals pap en mam het noemde, (maar dat huisje staat er al heel lang niet meer) via de Molenweg richting St. Elisabeth op de Leudalparkeerplaats. Daar kwam alsof we hem geroepen hadden, de bakkerswagen aanrijden met zijn verse vlaai en koffie op de koop toe.Na de koffietijd bracht de huifkar ons via Kikveld naar Klapvaren en kwamen we voorbij het zoveelste ouderlijk huis waar we gewoond hadden. Vervolgens zijn we bij het kerkhof uitgestapt om het graf van oos pap en mam te bezoeken. Hier hebben we met z'n allen het lied: -Geneet van het laeve- geneuried (een tekst, wat zij ons hebben doorgegeven) en hebben een bloemetje gelegd. Ook een bloemetje bij het graf van Christian, het veeltevroeg overleden vrouwtje van Hans en mam van Kim.Na het bezoek aan deze bijzondere plek zijn we weer verder gegaan en kwamen we op de Kleine Laak terecht, voorbij het allerlaatste ouderlijk huis, waar we met ons hele elftal woonden, pap, mam en hun 9 kinderen. Ja, dat waren er in nu totaal 5 huizen, maar eigenlijk waren het er 6, want we hebben ook nog het oude huis (van opa en oma Kierkels) bewoond, maar dat lag ongeveer op dezelfde plek.Een eindje verder werden we verzocht even uit te stappen om een foto te maken van de kinderen Kierkels bij het kruis, wat aan de rand van de weg stond. Dit kruis eigendom van de buurt Kleine Laak, had een bijzondere betekenis voor pap en mam. Zij hebben dit kruis samen jaren lang onderhouden. Van tijd tot tijd werd het van de standaard losgemaakt en goed in de verf gezet. Het kruis stond toentertijd op het eind van onze tuin, wat later door de buurt op een andere plek is neergezet.



Hierna kwamen we weer bij het punt uit waar we 's morgens waren vertrokken, bij cafe Sjrake. We kregen toen een tijdje de gelegenheid na te praten over hetgeen we tot nu toe beleefd hadden. De kinderen konden sjoelen, darten en spelen met de gameboys.Een uurtje later gingen de schuifdeuren van de cafe open en men trof een rijkelijk buffet aan en daarvan heeft ieder heerlijk kunnen smullen.Na het eten werd de ruimte tot een soort theatertje omgebouwd, want het avondprogramma zat er aan te komen. De artiesten stonden al te trappelen van ongeduld. Het eerste optreden was van Maarten, de man van Annie als Dorus; toen kwam een playbacknummer van Juul, de zoon van Bep en Mat. Tussendoor waren ze achter de coulisse druk bezig met allerlei voorbereidingen.Wat stond ons nog meer te wachten? Na het optreden van Juul, verscheen plotseling een Mistery gast op het podium, gekleed als Sjeik. Daarna kwam er nog een tevoorschijn en die was gekleed als Elvis. De bedoeling hiervan was, dat wij met z'n allen erachter moesten komen wie zij in het echt waren. Dat kon door vragen aan hen te stellen, waarop zij alleen een ja mochten knikken of nee mochten schudden. Het was weer een leuke opdracht, waar je toch je best voor moest doen. Iedereen had er plezier in.En wie waren uiteindelijk die vreemde gasten nu in het echt? Dat waren als volgt: de Sjeik was onze vroegere buurjongen Jan (van Andrees, en Elvis was niemand minder dan onze bloedeigen neef Juupke (oftewel Jos van Ome Piet). Jos had nog iets voor ons in petto. Hij bracht een mooi playbacknummer ten gehore compleet met gitaar.Jan en Jos kregen op laconieke wijze een kado aangeboden, namelijk onze vele kilootjes geraapte denneknoepen van deze dag, wat ze konden gebruiken als aanmaakhout.Hierna hebben we nog eens op z'n ouderwets gekiend, waar ook nog enkele leuke prijzen aan verbonden zaten. Als slot werd door de organisatie nog iemand aangewezen die de 2e familiedag mag gaan organiseren en dan ben ik (Riny) geworden. En omdat je zoiets niet helemaal alleen kunt doen, is Bep en Mat erbij gevraagd.Voordat ze allemaal huiswaarts gingen, werd aan iedere aanwezigen een familie Kierkels CD overhandigd waarop zijn eigen favoriete muziek te beluisteren is en tevens een Kierkels pin-haartje op standaard, maar om te weten wat dat is, moet je uit het nest van Baer en Mie komen.Een dikke merci voor Annie, Lei en Hans voor het organiseren van de eerste familie Kierkelsdag 2004 is hier op zijn plaats. Op naar de volgende.

Riny

Een gebruik van vroeger.



Vroeger was het gebruik bij ons thuis (ik denk ook bij vele anderen) dat op de vooravond van een zon- of feestdag, het hele pad van de straat naar het woonhuis mooi gemaakt werd. En dat gebeurde door het pad met een bezem, bijvoorbeeld een mooi zigzag patroon aan te brengen (de paden bestonden toen doorgaans nog alleen uit zand) en de randen langs het pad werden keurig afgewerkt met een hark.Heel typisch was, dat dit karwei vrij laat in de avond gedaan werd, zelfs wanneer het bijna donker was. Dat had blijkbaar te maken met het feit dat men verder toch niemand meer verwachtte, die over het pad kwam lopen tot de dag erna. Als je dan 's morgens opstond en door het raam keek, zag je aan het pad, bij wijze van spreken, wat voor een dag het was.Wij, bij ons thuis zijn, denk ik zo, allemaal wel aan de beurt geweest om dit karwei te klaren. En pap, onze puntje precieze, controleerde het of je het goed had gedaan.Deze gedachten kwamen bij me op, toen ik vandaag mijn eigen oprit schoonmaakte, weliswaar geen zandoprit maar een klinkeroprit en morgen is het gewoon een doordeweekse dag. Ja, tegenwoordig doe je zo'n dingen wanneer het je het beste uitkomt.Maar helaas heb ik -die controleur- niet meer, die me kan zeggen of ik het goed heb gedaan.
Riny

Erik doet morgen zijn Eerste H. Communie.

Ik herinner me mijn eigen eerste communie. Ik herinner me de voorbereidingen. Ik herinner me de oefening van berouw, hoop en liefde. Ik herinner me het biechten. Ik herinner me het nuchter blijven. Speeksel doorslikken, was ik nog nuchter?Ik herinner me de geschenken die ik met de Eerste H. Communie kreeg. Een kerkboekje, een wijwaterbakje, een rozenkrans en schilderijtjes met stichtelijke afbeeldingen. Het hele leven werd in die tijd gedomineerd door de Kerk. Deze opvoeding heeft veel sporen achtergelaten, negatieve, maar ook positieve. Ik weet wel, dat ik toen de betekenis van de Eerste H. Communie goed kende. Het ontvangen van de communie was het belangrijkste van die dag. Ooms en tantes kwamen vlaai eten en koffie drinken. Bier hadden we niet in huis. De kinderen dronken aanleng-limonade en voor de mannen was er stevige aoje klaore. Het feest was een religieus feest, met religieuze geschenken. Jarenlang hebben ze op mijn slaapkamer gehangen. Schilderijtjes met teksten als: Eert U Vader en Moeder. Op een schilderijtje stond een jongetje. Op zijn rechter schouder zat een engeltje, dat zei: Niet doen! Op de linkerschouder zat een rooie duivel en die moedigde het jongetje aan: Pak het maar!! Op de tafel voor het jongetje lag een koekje. Ik had al geleerd op school dat er kleine zonden en grote zonden waren. Iets wegpakken was stelen. En stelen was een grote zonde. Daarvoor kon je in de hel komen. Daar bleef je altijd branden. Dat 1 van de negatieve dingen van mijn Katholieke opvoeding,Ik herinner me ook dat kinderen van heel rijke ouders een complete mini priesteruitrusting met een altaartje en alle benodigdheden voor een mis kregen. Je werd dan uitgenodigd om misdienaar te spelen Er stond een kinderaltaar, een soort poppenhuis voor jongens. Wat was dat toen toch een poppenkraam!
Har.

De Knaptoeet.


Eartiids brukten we de flear ek om mei te boartsjen. Fan in eintsje (san 25 s.m.) fan in dikke takke makken we in boster (proppenschieter). It piid moast der ut, dan noch in eintsje run izer (in bytsje tinner as it gat) mei op 't ein in stikje hout; en de boster wie klear. Fan in topke hjidde (offal fan it flaaks) makken we de proppen, as men gjin hjidde hie koene se ek fan alde kranten makke wurde.
In de 40- jaren namen we 'n knaptoeet mee naar school. Met Google zocht ik naar proppenschieters. Ik vond bovenstaande informatie. De Knaptoeet heet hier Boster. Vrij vertaald staat er: Van een stuk vlier van ongeveer 25 cm maakten we een knaptoeet. Het binnenste (merg) moest uit de tak, dan nog een stuk rond ijzer ( een beetje dunner dan het gat) op een stuk hout; en de knaptoeet was klaar. Boven en onder in de proppenschieter kwam een prop. Die kon je van krantenpapier maken. Tot zover Google.
Achter de werkplaats stond 'n vleare-stroeek. Pap zocht een rechte tak uit en zaagde dat af. De bast werd eraf gehaald en de zachte kern kon je gewoon uitdrukken. Unne lange keaper-nagel werd in een blokje hout geslagen.

Dan had je krantenpapier nodig. In onze streek was dat de Maas en Roerbode, ook wel Tante Bet genoemd. Tante Bet vond je ook op de WC. Ze werd als vottepepeer gebruikt. Het woord toilet-papier bestond bij ons thuis nog niet. Zitse weer te laeze, riep mam als ik te lang op het 't tuuske zat. Terug naar de proppen voor de knaptoeet. Je moest het krantenpapier kauwen tot er 'n soort papier-machee was ontstaan. Je had 2 proppen nodig om te kunnen schieten. Met een goeie knaptoeet kon je over een huis schieten, je hoorde dan een behoorlijke knal. Na ieder schot moest je weer kauwen. Maar wat deden alle medeschutters? Zoeken op de grond naar proppen die al afgeschoten waren, even nat kauwen en klaar was Kees of beter; klaar was Har. Net als het woord toiletpapier bestond het woord hygiene ook nog niet. Bij het zoeken naar de proppen vond je ook sjtumkes sigarette. Als vloeitje kwam het krantenpapier goed van pas. Je rookte je kotsmisselijk, maar je hoorde bij de stoere jongens.

Har