18.7.06

Het leven van oos mam in vogelvlucht.

Oos mam was:- een mens die hield van plezier;- een mens die altijd voor een geintje te vangen was;- een mens die altijd moed had;- een mens die graag tussen de mensen stond;- een mens die er graag op uit ging.
.Ja, er op uit gaan zat er bij oos mam al heel vroeg in. Op 14-jarige leeftijd vloog ze het huis al uit. Waar naar toe? Naar Antwerpen om te gaan werken als kindermeisje (gouvernante op z 'n deftigst gezegd) bij ene familie Ruys. Later werd dat Brussel. Dat wilde heel wat zeggen in die tijd. Ze groeide op als een echt Franstalig madammeke. Ongeveer 5 jaar heeft dit stand mogen houden. Toen kwam er plotseling een einde aan. Wat was er gebeurd? Ze had zoals ze dat regelmatig deed, naar huis geschreven, maar daar was niets mis meer. Maar deze keer was het geen brief, maar gewoon een grappige ansichtkaart (tenminste dat vond zij) met de afbeelding van het bekende -Manneke Pies- van Brussel.
Nou, dat heeft ze geweten; dat viel niet in goede aarde. Holland in last!! Haar ouders werden zeer ongerust. -Oos dauchter waerdj dao sleeicht-op z 'n Nederweerts gezegd. Ze moest dan ook, zonder pardon, onmiddellijk naar huis komen. Ja, dat krijg je, als je vol streek zit. Er zat dus helaas niets anders op dan te gehoorzamen.Toch bleef ze niet bij de pakken neerzitten. Ze meldde zich meteen aan bij het arbeidsbureau en kwam gelijk aan weer de slag als serveerster in de stationrestauratie van Sittard.Oos mam is ook aan de man gekomen, nogal wiedes, anders zouden wij er niet zijn geweest.Hoe dat ontstaan is, heeft ze me ooit verteld. Ik zal het verklappen.Op een doordeweekse vrije middag, het was prachtig weer, schoot ze met de fiets, in haar zondagse kleren met een paar nieuwe schoenen aan, richting Roggel. Wat zocht ze daar? Daar was toevallig kermis. En wat doet een meisje van 20 lentes oud zoal op de kermis? Niet alleen vlaai eten! Nee, want meisjes van 20 gingen toen dansen, dus ook oos mam.

Onderweg naar de danszaal, het was nog een eindje lopen, begonnen die schoenen toch te duwen en te nijpen. Maar daar was ze op voorbereid, ze wist dat dat zo hoorde bij nieuwe schoenen. Al gauw had ze in de gaten, dat zij niet het alleen was, die nieuwe schoenen droeg Er waren er meer die ongemakkelijk liepen. Op een gegeven moment riep iemand van de andere kant van de weg: En aug pieen aan de veut? Jao, was het antwoord van mam, den kinne wae os de handj gaeve, riep die weer terug. Het is wel te raden, wie dat geroepen heeft en wie die handj zo graag wilde geven. Ja.de handj van oos pap. En het overslaan van de vonk, heeft toen niet zo heel lang op zich laten wachten.Samen hebben ze negen kinderen gekregen, 5 dochters en 4 zonen.Een groot gezin bracht veel zorg met zich mee. Maar ondanks die zorg, touwtjes aan elkaar knopen, elke cent 2 maal omdraaien voordat ze hem uitgaven, was het een onvergetelijke schone tijd, die zij zeker niet hebben willen missen.Om enkele dingen te noemen, de tijd dat we op de Heibloem woonde, het hing allemaal aan elkaar, een grote familie. Lief en leed deelden men samen, iedereen hielp iedereen, dat was vanzelfsprekend. Fijne herinneringen zijn er van overgebleven.Op woensdagmiddagen met alle buurkinderen en hun moeders (want vaders moesten het brood verdienen) gingen we in een grote karavaan naar het dichtstbijzijnde bos, dennenknoepe (zijn dennenappels) rapen. Compleet met bolderwagens en fietskarren, volgepropt met lege jutezakken waar de geraapte dennenappels op de terugweg in vervoerd moesten worden. De dennenappels gebruikte men in die tijd als aanmaakhout voor de kachel, want centrale verwarming, dat kenden de meeste huishoudens toen nog niet. En men had een behoorlijk voorraadje nodig om de winter door te komen. Ook de picknickmand met boterhammen en de aanlenglimonade werd niet vergeten; want waar gewerkt en gespeeld werd, moest ook gegeten en gedronken worden en dat smaakten!!. Naar Kirkelkesberg spelen in het zand en hartstikke zwart thuiskomen en dan de kuup in.. Als er kermis was stond de vlaai en koffie gereed voor iedereen die maar kwam aanwaaien En Sjang de kapper die zijn praktijk voor half Heibloem uitvoerde bij ons in de huiskamer en de kamervloer bedekte met de afgeknipte haren, dat was helemaal geen punt. De gezelligheid stond boven alles, hoe meer zielen, hoe meer vreugd.. Mia Verkennis ons onmisbare hulp, die menig waslijn heeft volgehangen en vaak moest bijspringen als ons mam voor de zoveelste keer met de ziekenauto werd weggebracht.. De dag dat de wassjromp plaats maakte voor een wasmachine met elektrische wring, was een hele vooruitgang.. In de vakantie een dagje met pap mee naar het bos, naar zijn vertrouwde werkplek en dan met de grote vrachtauto van Opbroek worden opgehaald. Je voelde de koning te rijk.. De deur stond bij ons altijd open; letterlijk en figuurlijk. De bakker, de slager, alles kwam achterom, via de achterkeuken binnen, welke 1 keer per week werd omgebouwd tot badkamer. Daar stond dan ein zinken kuup klaar, gevuld met warm gestookt water, waar wij toen allemaal om de beurt in moesten.Op de Kleine Laak is die gastvrijheid voortgezet. De band met de Heibloemse mensen bleef en de Roggelse sloten zich hierbij aan.Enkele namen uit die tijd waren: tante Mia van ome Wiel die op de maandagen samen met mam, de gezelligste wasdag hadden die je maar kon bedenken; ome Sjeng de onvergetelijke moppentapper; ome Piet die zij dagelijks sigaartje kwam roken, ome Wiel die pap kwam afhalen voor de geplande fietstocht van de dag; Andrees van Heur met zijn prachtige verhalen; Jan van Andrees met Kasje de hond; Juupke (Jos van Ome Piet) die even binnendoor over het paadje langs de heg bij ons kwam buurten. Allemaal mensen die een vaste plek hadden, bij ons aan de keukentafel. Ik kan er nog veel meer noemen, maar wat ik hiermee wil zeggen is: bij ons alles kon, niets was teveel.Niet lang na het overlijden van pap verhuisde mam naar Heythuysen. Ze kon toen in aanmerking komen voor een aanleunwoning en dat was een verstandige beslissing. Ook daar kwamen velen over de vloer. Maar ze was ook vaak buiten de deur te vinden, namelijk: in het zwembad, bij de gymclub, bij het zangkoor, bij Spiravie en het uitje met de Zonnebloem was voor haar altijd een groot feest. En dan de belbus die haar naar een van de kinderen bracht. Op 77 jarige leeftijd is ze nog aan een cursus Frans begonnen, samen met haar buurvrouw mevr. Bemmelmans (ook de toenmalige buurvrouw van de Heibloem). De kleinkinderen hoorden haar dan de les af. Er zou toen ook nog een vervolgcursus plaatsvinden, maar die kon helaas niet doorgaan. Er hadden zich namelijk maar twee gegadigden aangemeld: oos mam en haar buurvrouw.Ja, een bedrijvig mens dat was mam en ondanks haar handicap door de reuma, liet ze zich er niet onder krijgen en probeerde nog van het leven te maken wat er van te maken was.De tekst: Geneet van het laeve, stond op haar lijf geschreven en dat heeft ze waargemaakt.

Riny